“Wat de code van Manu was voor het
oud-Indische volk
En de wet van Mozes voor het
Israëlitische volk,
Dat zijn Rudolf Steiners statuten van
de Kerstbijeenkomst 1923
Ter heroprichting van de
Antroposofische Vereniging
Voor het ware christendom van de toekomstige 6de cultuurperiode.”
Motto van het videoverzoek van de
vertaler “Ter herstel en verwezenlijking
van de statuten van de Antroposofische
Vereniging” aan de Ledenvergadering
van de Algemene Antroposofische
Vereniging aan het Goetheanum op 27 maart 2021[1]
Voor u,
waarde lezer(es) ligt een derde gecorrigeerde en aangevulde, digitale versie van een
werkvertaling[1]
van de 13-delige inleiding van Herbert Witzenmann op het boek Das Christentum als mystische Tatsache und
die Mysteriën des Altertums van Rudolf Steiner, een inleiding die, samen
met dat boek zelf, als Deel 7 van de Geesteswetenschappelijke Werkuitgave van
Rudolf Steiner voor het eerst in 1998 door de Uitgeverij Gideon Spicker in
Duitsland werd uitgegeven, waarna in 2005 er een tweede uitgave volgde. In het
Nederlands is Rudolf Steiners boek beschikbaar, niet als Het christendom als mystiek feit en de mysteriën der oudheid, zoals
de eigenlijke vertaling van de titel luidt, maar als De christelijke inwijding en de mysteriën van de oudheid.[2]
In het Aanhangsel zijn er bovendien
twee essays van Herbert Witzenmann uit 1968 aan deze publicatie toegevoegd die
nader ingaan op zijn geesteswetenschappelijke motieven om niet toe te stemmen
met het meerderheidsbesluit van zijn bestuurscollega’s van het Goetheanum op 9
januari 1968 om de edities van de Rudolf Steiner Nalatenschapsvereniging,
zonder de in de centrale midden-paragraaf 8 van de oprichtingsstatuten van de
Antroposofische Vereniging aangegeven zog. Aantekening van de Vrije Hogeschool,
voortaan in het Goetheanum te verkopen, iets wat in de geschiedenis van de
Antroposofische Vereniging bekend is geworden als “de boekenkwestie”, hoewel
het eigenlijk, zoals deze inleiding duidelijk maakt, als een Hogeschoolkwestie
dient te worden gezien, die verre van opgelost is.[3]
In deze weergave van zijn wekelijkse
inleidingsvoordrachten op de antroposofie, die Herbert Witzenmann als
bestuurslid van de Algemene Antroposofische Vereniging van 5 februari tot 1
juli 1968 aan het Goetheanum heeft gehouden, komt het woord “boekenkwestie”
niet voor en het woord “Kerstbijeenkomst” slechts een paar keer, maar het kan
de oplettende lezer(in) uit deze inleidingen zonder meer duidelijk worden dat
het niet geheel ongepast is om te zeggen dat met dit boekenbesluit een soort
modern mysterieverraad werd gepleegd. Anders gezegd: er werd door dit boekenbesluit een diepe
Anfortas-achtige wond in de sociale lichamelijkheid van de Antroposofische
Vereniging geslagen, die een splitsing teweeg bracht in de door de
Kerstbijeenkomst geschapen noodzakelijke twee-eenheid van veruiterlijking en
verinnerlijking, d.w.z. enerzijds openbaring naar buiten van de kennis van het
nieuwe christendom en het mysterie van Golgotha door het esoterische werk van
Rudolf Steiner in een ontgoddelijkte wereld onder voorwaarde van de morele
beschermingsparagraaf van de Aantekening van de Vrije Hogeschool, en anderzijds
de vorming naarbinnen van een nieuwe kennisgemeenschap, een gezamenlijke
bewustzijnsschaal voor de inwoning van hogere wezens als de eigentijdse
metamorfose van de oerchristelijke geloofsgemeente, een splitsing, die alleen
door het beantwoorden van de prangende Parzivalvraag “O Vereniging, wat deert
U?” opgelost zou kunnen worden.
Zelf schrijft de auteur over dit noodlottig boekenbesluit in een brief van 11 januari: “9 januari 1968 is een datum van negatieve wereldhistorische betekenis. Aan deze dag werd, nadat het beluit daarvoor reeds vroeger vaststond, tegen mijn stem, definitief besloten, de edities van de [Rudolf Steiner] Nalatenschapsvereniging reeds vanaf volgende week in het Goetheanum te verkopen en dit in het volgende Ledenblad bekend te maken. Toen ik dit N.N. meedeelde spoorde hij in de hem eigen activiteit direct een beraadslaging aan van vrienden die duidelijk zien wat er aan de hand is en gewild zijn om antroposofisch te handelen, daar men het nu besloten verval van de Antroposofische Vereniging niet inactief gade slaan kan…”[4]
Welnu, mijn
motivatie om dit werk te vertalen en nu dus vooreerst als intern manuscript (ook
online) uit te geven, een open Facebook groep te starten onder de titel “Het
nieuw christendom”[5]
en bovendien lezingen en gespreksronden hierover in Elisabeth Vreedehuis te Den
Haag te organiseren[6]
was om een verdere bijdrage te leveren aan de beantwoording van deze
Parzivalvraag, waarmee ik hier te lande reeds in 1990 (!) ben begonnen door het
mede-organiseren van een landelijke Michaelswerk-conferentie “Antroposofie en
de kunst van de sociale vernieuwing” te Den Bosch met als studiemateriaal o.m.
de allereerste werkvertaling van het baanbrekend onderzoek van Herbert
Witzenmann, voormalige leider van de Sociale Sectie en die van de Jeugd aan de
Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschappen aan het Goetheanum, over de
dynamisch driegelede structuur in relatie tot de Grondsteenmeditatie van wat
vroeger de Principes heetten en nu de oprichtingsstatuten van de Algemene Antroposofische
Vereniging genoemd worden.[7]
Na het vertalen en presenteren van meerdere werken (ook in het Engels) van
Herbert Witzenmann, zoals De Deugden –
Krachten van het Nieuwe Christendom[8], twaalf
maandmeditaties gebaseerd op
aanwijzingen van Madame Blavatsky, een van de oprichters van de Theosofische
Vereniging, en Rudolf Steiner volgde in 2012 mijn kandidatuur voor het
voorzitterschap van de AViN met een “verkiezingsprogramma” onder de noemer “De
mensheidsrepresentant centraal stellen”[9],
gevolgd in 2014 door een tweede, eveneens vrijwel onopgemerkt en terzijde
geschoven poging met een verkiezingsprogramma “De Antroposofische Vereniging
als lichamelijkheid van Het Nieuwe Christendom”[10] en, om
er nog maar een van vele te noemen, in 2015: “In Navolging Van Christus- Het
grondvesten van Gods Rijk op Aarde middels het realiseren van de statuten van
de Antroposofische Vereniging”[11]
In Dornach werd daarmee minstens sinds 2018 begonnen met een grondig onderbouwde motie (in het Duits en ook vertaald in het Engels) aan de Ledenvergadering van de Algemene Antroposofische Vereniging aan het Goetheanum getiteld “Vertrouwen over ruïnes – ter herstel van de verloren grond waarop in de toekomst gebouwd kan worden”[12], die door moties in 2019, 2020 en het verzoek per video op 27 maart jl. “Ter herstel en verwezenlijking van de statuten van de Antroposofische Vereniging” een (voorlopig) einde hebben gevonden, zonder dat er echter veel aandacht aan werd besteed, ja over het algemeen weet men er geen raad mee.
Maar
tenminste wel in Zutphen! Daar is in het Enkidoecentrum onder de bezielende
leiding van Jac Net en Christa Zon na twee jaar studie aan twee
sociaalesthetische studies[13]
van Herbert Witzenmann een ledengroep onder de titel “100 jaar
Kerstbijeenkomst” opgericht[14]
met als doelstelling om het eeuwfeest van de Kerstconferentie in 2023 in
Nederland te vieren door de statuten van de AViN eindelijk in overeenstemming
te brengen met de oprichtingsstatuten, die, zoals in mijn moties wordt
onderbouwd, als de organisatievorm van het nieuwe christendom van de volgende 6de
cultuurperiode bedoeld waren, maar die sindsdien ernstig beschadigd is en
hersteld dient te worden, iets waaraan natuurlijk een gezamenlijk proces van
bewustwording en sociaalorganische vormgeving vooraf dient te gaan.
Deze publicatie kan, samen met de
reeds genoemde werken van de auteur, ook een richtinggevend antwoord bieden op
de vragen van Elly Beeren en Margaret van den Brink die zij als leden van hun
werkgroep “Honderd jaar Kerstconferentie in 2023” in Motief van september jl. stellen, waaronder: “Zijn we ons als lid
bewust van welke mysteriedaad toen door Rudolf Steiner werd voltrokken?” Want
ik ken geen ander werk dat, in aansluiting bij het werk van Rudolf Steiner en
de mysteriën der oudheid, niet alleen duidelijk maakt hoe en waarom Christus
Jezus door Zijn lijden, dood en opstanding het mysterie van Golgotha als een
nieuwe aarde en mensheid heeft voltrokken, maar dat bovendien tot bewustzijn
kan brengen dat de Kerstbijeenkomst een eigentijdse metamorfose van de
gebeurtenissen van dit mysterie van Golgotha is, en wel in die zin dat het
“Mysterie van Dornach”, de heroprichting van de Antroposofische Vereniging
tijdens en met de Kerstbijeenkomst als een moderne kennisgemeenschap een
metamorfose is van de oerchristelijke geloofsgemeenschap. Dit “Mysterie van
Dornach was een daad van goddelijke magie, waarin de wil van de geestelijke
wereld o.l.v. van Michael met de wil van de mensheid, bijeengekomen op de
bloedheuvel in Dornach o.l.v. Rudolf Steiner, verenigd werd en dat wij als
actieve leden van de Antroposofische Vereniging door middel van vooral dit werk
beter kunnen begrijpen en daardoor met vereende krachten kunnen trachten te
realiseren. Deze verbinding van de mensheid met de geestelijke wereld kan men als
de verticale lijn van het “Kruis van de Kerstconferentie” zien, terwijl “de
overeenkomstige relatie” die volgens Rudolf Steiner vanuit de reële grond van
de statuten geschapen moest worden met de “organisch werkzame” antroposofische
organisaties, zoals de Goetheanum Bouwvereniging, de horizontale lijn van dit
kruis vormt. Moge dit werk ertoe bijdragen dat men bij de viering van het
eeuwfeest van de Kerstbijeenkomst in 2023 minstens zo ver is gevorderd om dit
in te zien en uit te dragen als opgave voor de volgende 100 jaar.
Robert Jan
Kelder
Willehalm Instituut, 18 oktober 2021
[1] Bij
deze werkvertaling heb ik mij nauw aan de Duitse tekst gehouden, wat voor
sommigen wellicht als “te Duits” kan voorkomen. Ik sta open voor
immanente-kritiek en verbeteringen
[2] Een eerdere vertaling
luidde Het christelijk
opstandingsmysterie en de voorchristelijke mysteriën (4de druk 1985). De
allereerste vertaling als een manuscript stamt uit 1912 onder de titel Het Kristendom als mystiek feit en de
mysteriën van de ouheid (sic).Hier kan men zich afvragen, waarom de
originele titel van Rudolf Steiner, die immers veel sterker is, niet behouden
werd en bovendien van de alineavolgorde werd afgeweken die, zoals men zal zien
een wezenlijk deel van de vorm van dit werk is. In het vervolg heb ik mij
gehouden aan de originele titel.
[3] Zo
worden bv. de esoterische en professionele cycli van voordrachten van Rudolf
Steiner zonder deze Aantekening van de Vrije Hogeschool voor
Geesteswetenschappen in Nederland door
een buiten de Antroposofische Vereniging opgerichte uitgeverij “Rudolf Steiner
Vertalingen” uitgegeven, waardoor voor de openbaarheid niet duidelijk is dat
deze werken als manuscripten voor de leden van de Vrije Hogeschool bedoeld
waren en dat men niet in discussie zal
treden daarover met lezers die niet de
nodige voorkennis verworven hebben om hierover een competent oordeel te vellen.
Dit uitgeefbeleid werd echter buiten boord gegooid in de hele discussie rond de
millenniumwisseling over het zog. racisme bij Rudolf Steiner toen het bestuur
de kritiek van een beunhaas wel serieus nam, de betrokkene dame zelfs voor een
gesprek uitnodigde in plaats van aan te tonen dat deze niet de nodige
voorkennis bezat om een competent oordeel over deze kwestie te vellen. Daarbij
komt nog dat de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschappen in Nederland in de
statuten van de Nederlandse Vereniging helemaal niet voorkomt, hoewel men
volgens de oprichtingsstatuten van de Kerstbijeenkomst lid van de Vereniging
wordt door iets gerechtvaardigds te zien in het bestaan van een dergelijke
institutie als het Goetheanum, Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschappen. Ook
het feit bv. dat leden geen initiatiefrecht hebben om moties in te dienen, maar
dat dit door het bestuur wel of niet op de agenda van ledenvergaderingen werd
geplaatst, toont aan dat de vorm van de Antroposofische Vereniging in Nederland
ver verwijderd is van die uit 15 statuten bestaande vorm die Rudolf Steiner aan
de tijdens de Kersbijeenkomst 1923 te Dornach de heropgerichte Antroposofische
Vereniging heeft toevertrouwd. Om maar niet te spreken dat de scheiding tussen het
van Rudolf Steiner gewenste vormgeven en beheer niet opgepakt en uitgevoerd is,
waardoor de hybride AViN, net als de moederverenging in Dornach, door een
gemengde koning wordt geregeerd.
[4] Vertaald uit Zur Tätigkeit von Herbert Witzenmann im
Vorstand am Goetheanum, ein dokumentarische Bericht (1963-1972) (blz. 98) van Reto Andrea
Savoldelli (www.das-seminar.ch) Dit
overleg, waarvan sprake is in de brief, resulteerde op 27 februari 1986 in
Dornach in de oprichting van de “Arbeitskreis zur geistgemässen Durchdringung
der Weltlage”, waaraan spoedig zich een groot aantal bezorgde leden,
vertegenwoordigers van het Goetheanum (groepsleiders, landelijke
functionarissen, sectieleiders van de Vrije Hogeschool alsook drie leiders van
opleidingscentra aan het Goetheanum) zich aansloten. Herbert Witzenmann zelf
werd geen lid, maar fungeerde als adviseur en schreef een aantal beduidende
essays voor deze kring, zoals zijn vier sociaal-esthetische studies die in het
Nederlands als manuscripten en/of online vertaald zijn. In de tussentijd is de
kring met de dood van de meeste leden en geen nieuwe aanwas ingeslapen.
[5] Zie “Het
Nieuwe Christendom” (https://www.facebook.com/groups/1389302741262928)
[6] Zie
de aankondiging over deze lezingen voorafgaand op dit Voorwoord die ook op het
agenda van Antrovista geplaatst zal worden.
[7] Een bericht over deze
conferentie is te lezen in het eerste nummer van het tijdschrift “SHOUWPLAATS –
Orgaan van de Willehalm Genootschap (i.o.) voor Graalonderzoek, Koninklijke
kunst en Sociaalorganica” (blz. 62), van Pasen/ Pinksteren 1991, dat vanwege
gebrek aan belangstelling niet voortgezet werd. Een verkorte versie van dit
bericht verscheen in “Mededelingen” van de AViN van december 1990. Dit was
overigens het enige bericht dat ooit over mijn nu meer dan 30 jaar voortdurend
voortgezet werkzaamheid om het werk van o.m. Herbert Witzenmann hier te lande
in te luiden in de “Mededelingen” en later “Motief” is verschenen...
[9] Zie: https://het-nieuwe-voorzitterschap.blogspot.com/2012/04/de-mensheidsrepresentant-centraal.html
[11] Zie: https://het-nieuwe-voorzitterschap.blogspot.com/2015/05/in-navolging-van-christus-het.html Zie ook de verdere pogingen ter beantwoording
van de Parzivalvraag op deze studieblog.
[12] Zie: https://100-jaar-kerstbijeenkomst-1923.blogspot.com/2018/11/100-jaar-kerstconferentie-1923.html Voor verdere pogingen zie ook deze
studieblog.
[13] Deze zijn: Handvest van menselijkheid – De Principes
van de Algemene Antroposofische
Vereniging als levensgrondslag en scholingsweg (http://handvest-der-menselijkheid.blogspot.nl en Vormgeven
of beheren – Rudolf Steiners sociaalorganica / Een nieuw beschavingsprincipe (http://www.willehalm.nl/fonds/vormgevenofbeheren.htm ). Een belangrijke aanvulling daarop
is: “Beschaving en bescherming - De vragen van de moderne beschaving en de antwoorden
van de 'principes' van de Algemene Antroposofische Vereniging”.
(https://willehalminstituut.blogspot.com/2013/10/beschaving-en-bescherming-de-principes.html )
[14] De titel van deze werkgroep werd in
een brief aan het bestuur in mei aangemeld, daar het bestuur volgens de
Nederlandse statuten goedkeuring aan de titel dient
te geven, waarop echter nog (steeds) geen antwoord is gekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten